Selamat Jalan
Het leven van Sonja Dodemont in een vogelvlucht.
Toespraak door Nancy Heim
Sonja Luciënne Dodemont, op 17 september 1947 geboren in Batavia, zoals Jakarta destijds heette, als dochter van Chris Dodemont en Mabel Blaney Davidson. Er is niet veel over haar jeugd bekend, behalve de verhalen van mama zelf, die haar jeugd beschreef als eentje die op mij als meisje veel indruk maakte… Op negatieve wijze dan wel, want mama werd in Indonesië vaak opgesloten in een soort hok achterin de tuin, waar ongedierte en slangen vrij spel hadden. Ook de binnenkant van een keukenkastje, waar zij dagen zou zijn opgesloten, was haar niet onbekend. En waarom? Geen idee… Het vormde mijn moeder natuurlijk wel enorm! En bij sommige foto’s van vroeger kan ik mij niet onttrekken aan de indruk dat het voor de foto schone schijn was. Wel zie ik een ontspannen mama als zij samen met haar stiefvader Fred Halkema, de vader van haar halfbroertje Roy, op de foto stond. Haar eigen vader werd eerder al, volgens zeggen, door haar eigen moeder uit haar leven geweerd doordat zij hem vertelde dat mama overleden was… Waarna hij met een gebroken hart emigreerde naar Australië. Kortom, een ontzettend verdrietige jeugd viel haar ten deel, waarbij ik mij kan voorstellen dat zij zich eenzaam voelde en ongeliefd door haar moeder.
In 1957 kwam mama redelijk plotseling, met haar moeder Mabel, stiefvader Fred Halkema en broertje Roy, met de boot naar de haven van Rotterdam. Zij zouden eerst met de Willem Ruys gaan, maar blijkbaar was hun veiligheid in het geding, want opa Halkema kwam thuis en en alles wat mee naar Nederland moest, kwam direct in één grote hutkoffer terecht. Er werd niet meer op de Willem Ruys gewacht! Hoogstwaarschijnlijk zijn zij, na aankomst in Rotterdam, eerst naar een pension in de Van Merlestraat - Den Haag gegaan, en daarna naar de mij nog bekende Obrechtstraat 288! Zo gingen Nicole en ik als kleine meisjes altijd met opa Halkema een ijsje halen in de nabijgelegen Reinkenstraat, alhoewel ik toen natuurlijk niet wist dat die straat zo heette. Mama vertelde daar dan over dat apetrotse opa bij de ijssalon begroet werd met: “zo meneer Halkema, weer met uw kleindochters op stap?!” Aan het huis in de Obrechtstraat kwam voor mij als kind geen eind! De eerste kamer rechts sloegen we volgens mij steeds over, om dan in de achterkamer te belanden via een lange, smalle en vooral donkere (en daarmee enge) gang. De tuin was ook lang en smal en eindigde bij de trambaan, waar ik mij altijd een hoedje schrok van het lawaai dat een passerende tram maakte.
Enfin, ik loop op de feiten vooruit, want mama leerde pa kennen, wat resulteerde in de geboorte van Nicole, in oktober 1966. Mabel, moeder van mama, was daar volgens mama op z’n zachtst gezegd niet van gecharmeerd en heeft mama resoluut verklaard dat zij voor haar “dood en begraven” was, toen zij mama voor de eerste keer met baby Nicole zag. Dat was voor haar een enorme teleurstelling en zij voelde zich hoogstwaarschijnlijk ongelooflijk afgewezen door haar eigen moeder!
In december 1967 kwam ik tevoorschijn als mager scharminkel; volgens mij moest ik pas met de kerst geboren worden. Mijn ouders woonden in die tijd bij de ouders van papa in, in de Spijkermakerstraat – Den Haag. Daar bewoonden we met ons vieren één kleine slaapkamer, in de etagewoning, waar naast oma Heim, ook nog de zusjes van papa woonden: Myra, Jane en Yvette. Het werd mama emotioneel allemaal teveel en zij ging in 1969 naar de Ramaerkliniek in Loosduinen – Den Haag, als gevolg van haar jeugd en slechte verstandhouding met haar moeder enerzijds en de krappe huisvesting en daardoor spanningen anderzijds. Met behulp van een urgentieverklaring werd ons rond 1970 een sociale huurwoning in Bleiswijk aangeboden. Pa vertelde dat we alsnog niet direct in de Witte de Withstraat konden wonen, totdat mama er klaar voor was om te verhuizen. Aanvankelijk gingen we dus alleen in de weekenden naar Bleiswijk toe, waarna mama weer terug moest naar de kliniek, totdat mama definitief ontslagen werd en we er continu konden wonen.
Dat mama hier haar hele verdere leven nog zou wonen, hadden we toen niet gedacht… Het feit dat ik nu nooit meer naar ons ouderlijk huis toe kan gaan (want het is een huurhuis en daarmee moet het nu snel opgeleverd worden) is best een dingetje en daarmee nóg een afscheid in mijn leven.
Na de scheiding van mijn ouders en het vertrek van papa uit huis in 1981, was het heel even rustig… Totdat haar moeder Mabel en haar man Chris ‘opeens’ op de proppen kwamen en voor ik het wist, woonden ze bij ons in huis! Een hele rare, wazige periode, want mama had altijd gezegd niets meer met haar moeder te maken willen hebben… Het was raar om ‘opeens’ een oma te hebben en ik heb ook m’n leven lang moeite gehad met het haar benoemen als oma; ze was en is voor mij de moeder van mijn moeder en meer niet! Mama vertelde mij dat haar moeder contact met haar had gezocht toen zij merkte dat mijn vader niet meer in beeld was. Maar later kwam ze weer met een andere verklaring, nl. dat zijzelf contact had gezocht met haar moeder. En díe vind ik veel plausibeler. Elk kind zoekt naar bevestiging van zijn of haar ouder en zo ook mama. De periode met Mabel en Chris in huis ging in mijn beleving net zo snel over als dat het begon. Een andere roerige tijd brak aan, want mama trok het emotioneel niet en moest weer een kliniek in, dit keer in Delft. Het contact met haar moeder had haar blijkbaar niet opgeleverd wat mama ervan had gehoopt… Nicole en ik waren toen ongeveer 14 en 15 jaar. Veel weet ik daar niet meer van, want zo’n leuke tijd was het niet. Wij woonden toen zo’n drie maanden alleen in huis; papa was in die tijd nog altijd buiten beeld en andere familieleden wisten ook niet van de hoed en de rand. Wij waren bang om daar iets van te zeggen, omdat het ook consequenties kon hebben die wij niet wilden. Daarnaast waren wij ook niet gewend om hulp van buitenaf in te roepen, maar Nicole herinnert zich nog wel dat zij van één van haar docenten, pater Lafeber, het aanbod kreeg dat wij tijdelijk bij hem in huis konden worden opgenomen. Rina, moeder van Marcel, vriendje van Nicole, reed ons dagelijks op en neer van Bleiswijk naar Delft voor het bezoekuur en ook waren wij altijd welkom om daar mee te eten. Gelukkig kwam mama weer thuis en pikten we zo goed en zo kwaad het kon het gezinsleven met ons drieën weer op.
Uiteindelijk ging mama dan toch ‘daten’. Zo herinner ik mij politie-agent Ger, maar dat was van korte duur. Toen kreeg zij kennis aan oom Maurits, maar al snel kwam Eugen om de hoek kijken. Mama was in die tijd toch nog erg instabiel en heeft zichzelf weleens wat aangedaan. Mijn middelbare schooltijd herinner ik mij als leuk en gezellig op school, maar thuis als op eieren lopen en elke keer maar afwachten hoe de stemming van mama was. Als kind wil je nooit de veroorzaker zijn van weer een suïcidepoging!
Ik heb mama een hele tijd verweten dat zij niet meer naar mij (maar ook Nicole) omkeek; haar relatie en achtereenvolgens huwelijk sinds november 1988 met Eugen was haar blijkbaar meer waard. Ik heb altijd gezegd dat Eugen wel de vrouw wilde, maar niet de kinderen, en daar wil ik het verder bij laten. Behalve dan nog dit: als ik haar belde, merkte ik meteen dat Eugen in de buurt was, want dan deed ze van alles om hem niet te laten merken dat ik haar belde… Ook Nicole had diezelfde ervaring! Dat voelde heel naar en afwijzend. En daardoor belde ik nog maar mondjesmaat en was het contact jarenlang minimaal. Overigens weerde mama niet alleen mij en m’n zus uit haar leven, zelfs haar broer Roy, zijn vrouw Antoinette en hun dochter Saskia kwamen daar zeer weinig in voor, tot groot verdriet van hen.
Toch was er in die tijd een speciaal moment! Jarenlang heb ik geprobeerd om met mama te praten, omdat ik zo’n behoefte had aan bevestiging van haar kant of excuses, dat ze heeft gehandeld zoals zij deed. Echter, die bevestiging heeft zij mij nooit kunnen geven. Ik weet nog dat ze mij verweet dat ik ‘altijd maar moeilijk wou praten’… Ik heb daarom ook veel therapie over ‘vroeger’ gehad. Ik kwam in aanraking met familieopstellingen, een methode waarbij sociale structuren in een familie worden uitgebeeld en inzicht geeft in dát wat een onbewuste oorzaak is van gedrag, belemmeringen, patronen of wensen. Dit leek mij wel iets en toen ik mama vroeg of zij hieraan haar medewerking wilde verlenen, was zij daar tot mijn verbazing direct toe bereid! Het heeft er in ieder geval voor gezorgd dat ik op een of andere manier meer begrip kreeg voor het doen en laten van mama, omdat zij dat ook weer doorgegeven kreeg van haar moeder, waarbij het leven in Indonesië een cruciale factor leek. Vaak heb ik daarna geopperd dat mama óók in therapie ging, voor alle trauma’s die zij opgelopen had. Inmiddels weet ik vanuit mijn beroep als coach dat voortdurende stress ook trauma oplevert, dus mama heeft altijd rondgelopen met een complex en dus meervoudig post traumatisch stress syndroom. Achteraf is het allemaal (voor mij althans) zoveel beter te plaatsen…
Met de komst van mobiele telefoons besloot ik om regelmatig met mama te appen. De reden daarvoor was dat ik haar (op mijn manier) meer in mijn leven wilde en zo kon ik haar betrekken bij mijn dagelijkse wel en wee. Ik denk ook dat ik dat vooral begon toen mijn dochter Jazz eind 2006 geboren werd, om haar op die manier mee te nemen in mijn ervaringen als nieuwbakken moeder. Dat hebben we aardig volgehouden, dat appen, alhoewel ik wel merkte dat we tijden hadden dat we weinig appten en tijden dat het meer dan dagelijks was. Omdat Basco, de Rottweiler die eerder mishandeld was en daarna bij ma en Eugen in huis kwam, en zeer onberekenbaar was (zeker nadat hij het hondje van mama had dood gebeten) besloot ik om helemaal niet meer bij hen thuis te komen; bang als ik was dat kleine Jazz Basco ten prooi zou vallen…
In de laatste jaren dat Eugen nog thuis was, heb ik haar vaak gevraagd om te stoppen met de zorg voor hem, omdat ik zag dat haar gezondheid zienderogen achteruitging. Nadat hij nl. in korte tijd na elkaar twee hersenbloedingen kreeg, heeft zij hem nog 20 jaar verzorgd. Daarnaast deed dementie z’n intrede bij hem, waardoor z’n negatieve kanten extra versterkt werden. Maar ze bleef halsstarrig doorgaan: “in voor- en tegenspoed”. Wel ging ze rondkijken naar een goed verzorgingstehuis en dat moest toch absoluut eentje zijn waar Indische mensen zich op hun gemak voelden. Tot het moment dat hij haar, in zijn dementie, geweld aan deed; toen was de maat eindelijk vol voor haar en was een ‘gewoon’ verzorgingstehuis ook goed genoeg. Dat ging niet zonder slag of stoot, maar met behulp van een rechterlijke machtiging (want het ging écht niet meer) was mama opeens alleen in huis.
Ze kwam daar echt van bij, zowel geestelijk als lichamelijk. De stress die zij continu in haar lijf had, ebde langzaam weg en ook met haar gezondheid ging het langzaamaan een stuk beter. Tja, als je dag in dag uit een zwaar lichaam moet tillen, vraagt dat toch z’n tol en dat was nu weggevallen. Ik vond het fijn dat mama weer opbloeide en had het gevoel dat ik haar weer terug had. Ik begon met haar om de zoveel maanden uit te nodigen voor een gezamenlijke lunch, ontspannen in een zoutkamer (goed voor haar COPD) en floaten, eveneens ter ontspanning, onder het mom van ‘investeren in herinneringen, en dat heeft ze altijd heel plezierig gevonden. Ook genoot ze van een simpel autoritje door het recreatiegebied bij Bleiswijk, in alle rust en zonder het gevoel te hebben weer snel naar huis te moeten, om te zorgen voor Eugen. In de tijd dat zij met Eugen was, waren de leuke gebeurtenissen in haar leven zo langzamerhand opgedroogd en de laatste 20 jaar van Eugens leven waren zeker geen pretje! Mama zat verder niet bij de pakken neer, ruimde het huis nog verder op, vernieuwde de meubels en kwam tot rust. Maar niet wat mannen betrof; vanuit een leven vol beschadigingen had zij behoefte aan veiligheid en bevestiging, die ze hoopte aan te treffen bij een man die haar die veiligheid en bevestiging kon geven. Ze ontmoette Wil en daarmee ging een wereld voor haar open. Ze ondernam leuke dingen, zoals opnames bijwonen van de Miljoenenjacht en weekendjes in Preston Palace en De Bonte Wever. Ook ging zij weer op vakantie, naar Kaap Verdië en zelfs naar Australië, om eindelijk haar halfzussen en halfbroers op te zoeken, waar zij inmiddels van op de hoogte was. Dat was een hele grote wens van haar, waar ik al eerder met neef Howard Dodemont over bezig was, om haar bijv. via ‘All you need is love’ in Australië te krijgen. Maar dat was nog in de tijd dat Eugen thuis woonde, dus geen optie.
Eind maart 2023 ging zij dus de grote oversteek maken en ze werd binnengehaald als de matriarch van de familie Dodemont. Immers, zij was de grote zus, naast Chris, Antoinette, Majella, Liam en Dominic. Ze heeft er ontzettend van genoten en in augustus van dat jaar was er een soort reünie bij Gwen Dodemont in Nijmegen. Ook Howard was er, tezamen natuurlijk met al hun aanhang en als klapstuk waren mama’s oudste halfzus Antoinet en haar man Stephen uit Australië er ook. Ik mocht ook komen, samen met Jur en dat was meteen een mooie introductie in de Dodemont-familie, die er altijd al was, maar we nooit eerder kende!
Eind 2023 ging zij op vakantie naar Bali en dat vond ze ook helemaal geweldig. Zo fantastisch dat ze daar uiteindelijk een huis huurde en haar tijd meer op Bali doorbracht dan in Nederland. Hier kwam ze alleen nog maar als zij naar controle-afspraken in het ziekenhuis toe moest. Tót de fatale woensdagochtend, waar zij voor een dotterbehandeling en het inzetten van een stent in de slagader naar haar ene overgebleven nier naar het ziekenhuis in Gouda moest komen. Door complicaties raakte haar lichaam in shock en op de Intensive Care is haar lichaam die shock niet meer te boven gekomen. Ze was er tot op het laatst bij en kon zelfs zonder morfine. Haar laatste wens was ingewilligd; ze had haar kinderen en kleinkinderen nog een laatste maal kunnen zien. Helaas konden we Roy (achteraf gezien) te laat inseinen, waardoor hij en Antoinette mama niet meer in levende lijve kon meemaken.
Door het duiken in mama’s geschiedenis kan ik mij nu een veel beter beeld vormen van de vrouw die zij was. Onder haar ‘streken’, zoals ik dat noem, schuilde een gevoelig hart, een vrijgevig mens en een liefhebbende ziel. Ik kan haar zien met milde ogen, zoals dat heet, en m’n hart huilt van alle ontberingen en teleurstellingen die zij moest doorstaan. Ik prijs me gelukkig dat zij haar laatste jaren nog kon opbloeien en zo genoot van haar uitjes en haar verblijf op Bali. Want de opname op de IC zorgde ervoor dat zij, als zij de shock te boven zou komen, tóch aan de dialyse moest. En dát was iets wat mama absoluut niet had gewild. Dus het is goed zo, hoe snel het ook voor ons als haar naasten is gegaan. Twee volle dagen, van woensdag- tot vrijdagochtend, was echt te weinig. Maar naast dit ongeloof is het heel fijn te weten dat zij geen lang ziekbed heeft gehad. Helaas is haar een laatste trip naar Bali niet meer gegund geweest, maar hopelijk verblijft zij daar, zwevend op een wolkje.
Selamat Jalan lieve mama!
Gedicht door Nicole Heim
When tomorrow starts without me, And I’m not there to see,
If the sun should rise and find your eyes All filled with tears for me,
I wish so much you wouldn’t cry The way you did today,
While thinking of the many things, We didn’t get to say.
I know how much you love me, As much as I love you,
And each time that you think of me, I know you’ll miss me too.
But when tomorrow starts without me, Please try to understand,
That an angel came and called my name, And took me by the hand,
And said my place was ready, In heaven far above,
And that I’d have to leave behind, All those I dearly love.
But as I turned to walk away, A tear fell from my eye
For all my life, I’d always thought, I didn’t want to die.
I had so much to live for, So much left yet to do,
It seemed almost impossible, That I was leaving you.
I thought of all the yesterdays The good ones and the bad,
I thought of all the love we shared, And all the fun we had.
If I could re-live yesterday Just even for a while,
I’d say good-bye and kiss you And maybe see you smile.
But then I fully realized, That this could never be,
For emptiness and memories, Would take the place of me.
And when I thought of worldly things, I might miss come tomorrow,
I thought of you, and when I did, My heart was filled with sorrow.
But when I walked through heaven’s gates, I felt so much at home
When God looked down and smiled at me, From His great golden throne.
He said, “This is eternity, And all I’ve promised you.”
Today your life on earth is past, But here life starts anew.
I promise no tomorrow, But today will always last,
And since each day’s the same way ,There’s no longing for the past.
You have been so faithful, So trusting and so true.
Though there were times, You did some things
You knew you shouldn’t do. But you have been forgiven
And now at last you’re free. So won’t you come and take my hand
And share my life with me? So when tomorrow starts without me,
Don’t think we’re far apart, For every time you think of me,
I’m right here, in your heart.